De computermeester legt je op een duidelijke manier uit hoe je de oppervlakte van een cilinder berekent.
Voor het getal pi neem je telkens 3,14 !
Het grond- en bovenvlak zijn schijven die even groot zijn.
De oppervlakte van een schijf berekenen we als volgt: straal x straal x pi (3,14)
De oppervlakte van de rechthoek (mantel) berekenen we als volgt: lengte x breedte
Hoe komen we nu de lengte van de rechthoek te weten?
Beweeg de schuif van rechts naar links.
De lengte van de rechthoek is de omtrek van de schijf.
De omtrek van een schijf berekenen we als volgt:straal + straal x pi (3,14)