carnotaurus

Over de carnotaurus

Carnotaurus was een roofzuchtige dinosaurus die 70 miljoen jaar geleden leefde. Het was een grote theropode die tussen ongeveer 72 en 70 miljoen jaar geleden in Zuid-Amerika leefdetijdens het Boven-Krijt . Hoewel er slechts ????n goed bewaard skelet bestaat, is het een van de best begrepen theropoden van het zuidelijk halfrond . Het skelet, gevonden in 1984, werd ontdekt in de provincie Chubut in Argentini??. Carnotaurus is een lid van de Abelisauridae , een groep grote theropoden. De abelisauriden waren een familie van grote theropoden die alleen op het oude zuidelijke supercontinent Gondwana leefden . Zij waren de dominante roofdieren van het latere Krijt van Gondwana. Ze bezetten de ecologische niche die werd gevuld door de tyrannosauriden op de noordelijke continenten. Carnotaurus was een licht gebouwd, tweevoetig roofdier, 7,5 tot 9 m (24,6 tot 29,5 ft) lang en minstens 1,35 ton (1,33 lange ton; 1,49 short tons) in gewicht. Als theropode was Carnotaurus zeer gespecialiseerd en onderscheidend. Het had dikke hoorns boven de ogen, een kenmerk dat je bij andere vleesetende dinosaurussen niet ziet, en een zeer diepe schedel die op een gespierde nek zat. Ook had het kleine, rudimentaire voorpoten, zelfs kleiner dan die van Tyrannosaurus . De overblijfselen omvatten huidafdrukken die een moza??ek tonen van kleine, niet-overlappende schubben met een diameter van ongeveer 5 mm. Het moza??ek werd onderbroken door grote bulten langs de zijkanten van het dier, en er zijn geen sporen van veren te zien. De kenmerkende hoorns en gespierde nek zijn mogelijk gebruikt in de strijd tegen rivalen van zijn eigen soort. Rivalen hebben misschien gevochten met snelle hoofdslagen, door langzame duwen met de bovenkant van hun schedels, of door elkaar frontaal te rammen, waarbij ze hun hoorns als schokdempers gebruikten. De voedingsgewoonten van Carnotaurus blijven onduidelijk: sommige onderzoeken suggereren dat het dier in staat was om op zeer grote prooien te jagen, zoals sauropoden , terwijl uit andere onderzoeken blijkt dat het voornamelijk op relatief kleine dieren aasde. Carnotaurus was goed aangepast om te rennen en was mogelijk een van de snelste grote theropoden. Het dier leefde in een omgeving van estuaria , wadden of kustvlakten . Het klimaat zou seizoensgebonden zijn geweest, met zowel droge als vochtige periodes. De meest voorkomende verzamelde gewervelde dieren zijn onder meer longvissen , schildpadden, krokodillen, plesiosaurussen , dinosauri??rs, hagedissen, slangen en zoogdieren. Schildpadden worden vertegenwoordigd door minstens vijf taxa . In 2011 werd de ontdekking aangekondigd van een nieuwe enantiornithinevogel uit de La Colonia-formatie.