Transparante strook

Spelling persoonsvormen: tegenwoordige tijd

-->


Vul deze woorden in:
(betaald/betaalt) (gebeurd/gebeurt) (verveeld/verveelt) (beschadigd/beschadigt) (geloofd/gelooft) (vervoerd/vervoert) (bekend/bekent) (verdiend/verdient)
Dat nieuwtje is al lang .
Bart zich.
Igor met contant geld.
Zoiets niet vaak.
Het spatbord is lelijk .
De trein veel passagiers.
Sven heeft er een euro voor .
Ik heb me de hele avond .
Het ongeluk is net .
Ze worden met de bus .
De dief zijn schuld.
Hij heeft die straf .
Doortje het tafelblad.
Kim een beloning.
Anita niets van dat verhaal.