Home Speeltijd Contact
Kleuters 1e leerjaar 2e leerjaar 3e leerjaar 4e leerjaar 5e leerjaar 6e leerjaar B-stroom
Vul deze woorden in:(betaald/betaalt) (gebeurd/gebeurt) (verveeld/verveelt) (beschadigd/beschadigt) (geloofd/gelooft) (vervoerd/vervoert) (bekend/bekent) (verdiend/verdient) Dat nieuwtje is al lang . Bart zich. Igor met contant geld. Zoiets niet vaak. Het spatbord is lelijk . De trein veel passagiers. Sven heeft er een euro voor . Ik heb me de hele avond . Het ongeluk is net . Ze worden met de bus . De dief zijn schuld. Hij heeft die straf . Doortje het tafelblad. Kim een beloning. Anita niets van dat verhaal.