Transparante strook

Spelling weglatingsteken

Typ de woorden met letterweglating voluit.


  1. Aan ('t) eind van de avond sta ('k) eindelijk voor (m'n) flat en verlang naar ('n) donzen bed.
  2. Maar (m'n) kamer is door ('n) (and're) knaap bezet.
  3. ('k) Lig nu in een koud portiek.
  4. Van (zo'n) overnachting word ik vast doodziek.
  5. (M'n) voorhoofd is klam van ('t) zweet.
  6. Morgen ontwaak ik met ('n) luide kreet.
  7. (Zo'n) nachtmerrie is met laatst overkomen.
  8. ('k) Heb soms zulke gekke dromen.