Transparante strook

Spelling woorden met air

Vul het goede woord in. Maak er eerst een meervoud van.
Kies uit: zebra, foto, pony, panda, camera, opa, baby, paraplu, piano, radio, auto, pinda, pagina, ski.


  1. De liggen in de wiegjes.
  2. De rijden op de weg.
  3. De lopen in de wei.
  4. De glijden over de sneeuw.
  5. De van de vakantie zijn prachtig.
  6. De brengen de wedstrijd in beeld.
  7. De beschermen tegen de regen.
  8. De van het boek zijn gescheurd.
  9. De hebben zwarte en witte toetsen.
  10. De hebben zwarte en witte strepen.
  11. De zijn zwart en wit gevlekt.
  12. De bezoeken hun kleinkinderen.
  13. De zitten nog in de dop.
  14. De staan de hele dag aan.