De vetgedrukte woorden zijn foutief geschreven. Typ ze juist achter de zin.

Het is nog onrustig in middeneuropa.
Die woorden zijn typisch zuidnederlands.
Ben jij al in sintniklaas geweest.
Mercella reist naar zuidafrika.
Mexico is een staat in middenamerika.
Opa koopt soms westvlaamse aardappelen.
De onzelievevrouwekerk krijgt veel bezoek.
Wij filmden een zuideuropese danseres.
sintidesbald is een badplaats aan zee.
Zuster Agnes bidt tot onzelieveheer.
Finnen en Denen zijn noordeuropeanen.
Mijn tante woont in sintkatelijnewaver.
Onze school is gelegen in onzelievevrouwwaver.