Bij een echte afkorting schrijf je de eerste letter of letters van een woord of woordgroep geschreven met daarachter een punt (bijvoorbeeld
n.a.v. naar aanleiding van, mevr. voor mevrouw).
Bij een wetenschappelijk begrip, een eenheid, een grootheid of een valuta schrijf je de eerste letter of eerste letter van de verschillende
samengestelde woorden
(bijvoorbeeld km voor kilometer, g voor gram,
? voor euro).
Bij een initiaalwoord schrijf je alleen de beginletters van de verschillende woordgroepen
(bijvoorbeeld tv /teevee/ voor televisie, EU /ee uu/ voor Europese Unie).
Bij een letterwoord schrijf je de beginletters van woorden
(bijvoorbeeld vip voor very important person).
Bij een verkorting schrijf je ??n of meer (delen van) lettergrepen
(bijvoorbeeld airco voor airconditioning).