Het spijsverteringsstelsel
Wat wil je doen?
Het spijsverteringsstelsel van het menselijk lichaam:
Proficiat. Alles was juist. Klik op 'SLUITEN'
Het spijsverteringsstelsel is verantwoordelijk voor het verwerken van voedsel en het leveren van voedingsstoffen aan ons lichaam. Hier is een overzicht van de belangrijkste organen en processen binnen ons spijsverteringsstelsel.
De mond. De eerste stappen in de spijsvertering worden gezet in onze mond. Daar vermalen onze tanden het voedsel tot kleinere stukjes, waardoor het gemakkelijker te slikken en te verteren wordt. In onze mond wordt het voedsel gemengd met speeksel. Dit maakt het voedsel vochtig en zacht, zodat het gemakkelijker is om door te slikken. Zodra het voedsel klein genoeg is zorgt een slikreflex ervoor dat je tong het voedsel naar achter in de slokdarm duwt.
Speekselklieren maken speeksel en geven het af in de mondholte. Ze bevinden zich rond de mondholte en de keel. Speeksel bestaat hoofdzakelijk uit water, slijm, enzymen en antibacteriële stoffen. Enzymen breken zetmeel en suikers af. We maken voortdurend speeksel aan. Speeksel heeft ook een beschermende rol in de mondholte. Het spoelt voedselresten en bacteriën weg en neutraliseert zuren die tandbederf veroorzaken. Speekselproductie wordt opgewekt door geur, smaak, kauwen en emoties.
De slokdarm transporteert het voedsel van de mond naar de maag. Het is een buisvormig, gespierd orgaan van ongeveer 30 centimeter lang. De slokdarm maakt gebruik van golvende bewegingen om voedsel snel van de keelholte naar de maag te duwen. Zelfs als je op je hoofd staat, zal je slokdarm het eten nog steeds naar je maag sturen.
De maag kan zich uitrekken om voedsel tijdelijk op te slaan. De maag is als een grote mengkom waarin het eten wordt gekneed en gemixt met maagsappen. Maagsappen helpen bij het afbreken van voedsel in nog kleinere deeltjes die makkelijker te verteren zijn. De zure maagsappen helpen bij het doden van ziekteverwekkende bacteriën voor ze het darmkanaal binnendringen. Afhankelijk van wat je precies at, duurt het ongeveer 2 tot 4 uur voordat het voedsel je maag verlaat en doorgaat naar de dunne darm.
De alvleesklier produceert en scheidt enzymen af in de dunne darm, die zorgen voor de afbraak van eiwitten, vetten en koolhydraten tot kleinere moleculen die door het lichaam kunnen worden opgenomen. Het voedsel wordt afgebroken tot suikers, wat onze brandstof is. Maar we willen niet te veel suiker in ons bloed hebben. Dat zorgt voor problemen. De alvleesklier maakt insuline aan die voldoende suiker afbreekt zodat onze bloedsuikerspiegel niet te hoog of te laag wordt.
De lever produceert gal, een geelgroene vloeistof die wordt opgeslagen in de galblaas en wordt vrijgegeven in de dunne darm om vetten af te breken, waardoor ze beter opgenomen kunnen worden . De lever breekt schadelijke stoffen, zoals alcohol, af. De lever is ook de opslagplaats voor voedingsstoffen zoals vitamines en mineralen. De lever regelt ook de bloedsuikerspiegel door glucose op te slaan als glycogeen of het vrij te geven wanneer de bloedsuikerspiegel daalt.
De galblaas is een orgaan dat zich onder de lever bevindt. De belangrijkste functie van de galblaas is om gal op te slaan, een geelgroene vloeistof die door de lever wordt geproduceerd. Hoewel het een klein orgaan is, speelt het een belangrijke rol bij de vertering van vetten. Gal helpt bij het opbreken van vetten in kleine druppeltjes. Dat helpt bij de vertering en opname van vetten en vetoplosbare vitamines, zoals vitamine A, D, E en K.
De dunne darm is het onderdeel van het spijsverteringsstelsel waar het merendeel van de spijsvertering en opname van voedingsstoffen plaatsvindt. Het bestaat uit drie delen: de twaalfvingerige darm, de nuchtere darm en de kronkeldarm. De dunne darm heeft een extreem groot oppervlak dankzij de aanwezigheid van vele kleine uitsteeksels op de darmwand. Deze vergroten het oppervlak enorm, waardoor er meer ruimte is voor de opname van voedingsstoffen. De dunne darm absorbeert voedingsstoffen zoals glucose, aminozuren, vetzuren, vitaminen en mineralen in de bloedbaan of het lymfestelsel. Deze voedingsstoffen worden vervolgens getransporteerd naar verschillende delen van het lichaam om te worden gebruikt voor energieproductie, weefselherstel en andere metabolische processen. Naast spijsvertering en absorptie heeft de dunne darm ook een belangrijke immuunfunctie. Het bevat lymfatisch weefsel dat helpt bij het detecteren en bestrijden van schadelijke micro-organismen die via voedsel binnenkomen.
De dikke darm is voornamelijk verantwoordelijk voor het opnemen van water en opgeloste zouten zoals kalium, natrium, chloride, calcium, magnesium en fosfaat, uit onverteerd voedsel. Naarmate voedselresten door de dikke darm worden verplaatst, worden ze verder afgebroken door bacteriën die in de dikke darm leven. Deze bacteriën fermenteren onverteerde koolhydraten en vezels, wat bijdraagt aan de productie van gassen en het vormen van ontlasting.
De blinde darm is een 10 centimeter lang aanhangsel waar de dunne darm overgaat in de dikke darm. De exacte functie van de blinde darm is niet bekend. Er wordt aangenomen dat het een rol speelt in het immuunsysteem. De blinde darm zou een reservoir zijn voor bacteriën die helpen bij de vertering van voedsel in de dikke darm. Sommige wetenschappers denken dat de blinde darm een rol speelt bij het herstellen van de darmflora na een periode van ziekte of diarree, hoewel dit nog niet is bewezen.
De appendix is een klein, wormvormig aanhangsel aan het begin van de dikke darm, meestal gelegen in de rechteronderbuik. Hoewel het lang beschouwd werd als een nutteloos overblijfsel van de evolutie, wordt tegenwoordig gedacht dat de appendix een rol speelt in het immuunsysteem van het lichaam, met name bij jonge mensen.
De endeldarm, ook bekend als het rectum, is het laatste deel van het spijsverteringsstelsel. Het bevindt zich direct na de dikke darm en eindigt bij de anus. Het dient als opslagplaats voor ontlasting die uit de dikke darm komt totdat je naar het toilet gaat. De endeldarm is ongeveer 15 centimeter lang en heeft een brede diameter. Het heeft een relatief gladde binnenwand en wordt ondersteund door sluitspieren, die de controle over de stoelgang mogelijk maken.
De anus is het laatste deel van het spijsverteringsstelsel, waar onverteerde voedselresten en afvalstoffen het lichaam verlaten in de vorm van ontlasting. De anus bestaat uit twee delen: de anale opening en de anale sluitspier, een ringvormige spier die de opening van de anus controleert. Wanneer er veel ontlasting in de endeldarm zit, worden signalen naar de hersenen gestuurd om de samentrekking van de anale sluitspier te sturen, waardoor de ontlasting het lichaam kan verlaten.