Water bevriest vanaf 0 °C. Net zoals het kookpunt varieert het vriespunt van water naargelang de druk. Maar het verschil bij het vriespunt is zeer gering. Het vriespunt van water verandert pas als de druk 100 keer hoger of lager is dan de druk op zeeniveua. Op Mount Everest is de druk slechts een derde van de druk op het zeeniveau, daarom zal water daar ook vanaf 0° C bevriezen.
In de winter wordt vaak zout gestrooid om de wegen sneeuw- en ijsvrij te
maken. Door zout met water te mengen zal het vriespunt van het water dalen.
Als je 10% zout toevoeg aan water zal het vriespunt dalen naar -6° C onder 0. Bij 20% zout zakt het vriespunt naar –16° C.
Ook suiker, alcohol en alle andere stoffen die in water oplosbaar zijn verlagen het vriespunt van water. Ze verdunnen het water, waardoor watermoleculen moeilijker aan elkaar klitten bij temperaturen onder 0 graden Celcius.
In een auto wordt ethyleenglycol toegevoegd aan de koelvloeistof als antivries middel.
Maar als de temperatuur laag genoeg kan alles wat water bevat bevriezen. Zelfs wijn in een diepvriezer zal uiteindelijk ijs worden.
Zeewater kan bevriezen, maar het vriespunt van zeewater ligt lager dan 0° C. Zeewater bevriest pas op -1,9° C. Als zeewater bevriest wordt het zout niet opgenomen in het ijs. Het zout blijft zitten in een netwerk van kleine ruimtes en zoekt zich een weg door het ijs. Het ijs van zeewater heeft dus een kleiner zoutgehalte dan zeewater zelf.
Alleen water of stoffen die water bevatten bevriezen. Het vriespunt van een vloeistof is de temperatuur waarbij de vloeistof stolt, dat wil zeggen waarbij het over gaat in de vaste fase.
Water wordt ijs bij een temperatuur van 0 °C of lager.